Mijn LG
Mijn LG

Hoogverteerbare maiscelwand alleen maar goed nieuws

Mais
De veredeling van maïs stond lang in het teken van meer zetmeel in de kolf. De laatste 10 jaar is de focus verschoven naar het halen van de extra energie uit de stengel van de maïsplant. Hierdoor stijgt de NDF verteerbaarheid gestaag, maar de pensprik blijft goed. De meest recente cijfers van Eurofins over de uitslagen van de maiskuil bevestigen het beeld van de stijgende NDF verteerbaarheid.

Ivonne Kok is onderzoekster Ruminants Nutrition bij Schothorst Feed Research (SFR). Ze laat haar licht schijnen over de rol van hoogverteerbare maïs in het rantsoen. De onderzoekster herkent de trend en het belang van de hogere celwandverteerbaarheid die de NDF verteerbaarheid doet stijgen. “Kennelijk is de kolf wel een beetje uitontwikkeld en zit er nog wel verbeterpotentie in de restplant”, aldus Ivonne. “Dat zal ook zijn grens hebben, de plant moet natuurlijk wel overeind blijven staan”, vertelt ze met een glimlach. “Maar ik heb geen verstand van genetica, wel van rantsoenen.” De focus op VEM begon volgens haar vanaf 1984. “Toen gingen VEM en zetmeel beiden omhoog. Daarna zie je de aandacht voor NDF-verteerbaarheid toenemen. De laatste vijf jaar heeft de NDF verteerbaarheid een sterker verband met VEM-toename dan het zetmeelgehalte.

Herijken voederwaardesysteem

SFR heeft zijn eigen voederwaardesysteem dat jaarlijks met de nieuwste cijfers van de kuiluitslagen wordt aangevuld. Veel mengvoerbedrijven maken gebruik van het SFR-voederwaardesysteem. Adviseurs gebruiken deze cijfers in de rantsoenberekeningen die ze met en voor de veehouder maken. “Aan het begin van de herfst hebben wij, naar aanleiding van een database van maissilage-monsters van Eurofins over de afgelopen 4 jaar,   de voederwaardeberekening van snijmaïs aangepast. De aanleiding was dat sommige maissilages toch nog te snel en met te hoog snel fermenteerbare koolhydraten, werden berekend, terwijl dit in de praktijk niet zo werd ervaren. Deze waardes komen vanaf nu dan ook wat lager uit, zodat er niet ten onrechte maiskuilen als pensverzurend worden aangerekend”, aldus Ivonne. Pensverzuring is volgens haar voor iedere veehouder een aandachtspunt, maar juist de maïs zorgt voor een goede pensbalans. “Je moet als veehouder wel blijven optimaliseren met je rantsoen om in te spelen op de veranderingen.”

Voldoende pensprik

De onderzoekster ziet eigenlijk alleen maar de voordelen van de hogere NDF verteerbaarheid. Er komt immers meer energie in de koe met de maïs. “Juist bij een hoge krachtvoergift zorgt maïs voor een rustige vertering.” Pensverzuring is helemaal niet aan de orde volgens haar. De hogere drogestofopname werkt juist positief in de pens. “De vertering van de maïskuil verloopt relatief rustig. De NDF verteerbaarheid komt van ongeveer 49 procent en zit nu rond 56 procent. Bij een graskuil kan dit wel richting de 80 procent gaan. De maïsplant kun je ook zien als een ‘gras’ dat heel lang op het land staat. Het heeft veel houtstof, lignine, waardoor het veel pensprik geeft. Maïs is energie, gras is eiwit, daarom passen ze ook zo goed bij elkaar.”

‘Juist maïs zorgt voor een goede pensbalans’

Toegevoegde waarde E-structo

Eerder was PSW het kengetal voor pensprik, tegenwoordig werkt Schothorst met de term E-structo. “We weten nu veel meer over NDF en alle aspecten van de penswerking. Je moet zorgen dat alles in balans is”, benadrukt Ivonne.

De E-structo bestaat uit drie onderdelen:

  1. E-rumi
  2. E-acid
  3. E-buffer

E-rumi zegt iets over hoeveelheid en type celwanden in de pens en de deeltjesgrootte. Deze zijn nodig voor voldoende herkauwactiviteit en penscontracties.

E-acid is de maat voor de verzurende waarde van voeders. Dit kan doordat de voeders veel zuren bevatten (bijv. hoog melkzuur in de kuil). Ook de vluchtige vetzuren uit fermentatie in de pens worden hierin berekend.

E-buffer is een tegenhanger van de E-acid en zegt iets over de bufferende eigenschappen van voeders, maar ook van minerale buffers.

De E-Structo van SFR is, zoals gezegd, de opvolger van de structuurwaarde (PSW). De norm voor E-Structo is dezelfde, minimaal 130 bij koeien in het begin van de lactatie. Maïskuilen dragen met een relatief trage koolhydraatfermentatie relatief weinig bij aan de E-acid, en via de E-rumi wordt de NDF en NDF verteerbaarheid meegerekend. Een hogere NDF verteerbaarheid zorgt voor een kleinere bijdrage aan de E-Structo, maar dit effect is marginaal.

Eerder onderzoek: 0,5 liter meer

Schothorst deed in 2010/2011 al onderzoek voor Limagrain waarbij de meerwaarde van de celwandverteerbaarheid van maïs in voederproeven werd onderzocht. Er werden twee rassen met goed zetmeel onderzocht. Het ene ras (standaard) miste een goede celwandverteerbaarheid en het andere ras (LG Animal Nutrition) had dat wel. Het scheelde toen 0,5 l/koe/dag. “Die resultaten zijn nog steeds relevant”, aldus  Ivonne.

Jos Groot Koerkamp van Limagrain: ‘Veredelen op de hoogste verteerbare opbrengst’

“Per kuil kan de celwandverteerbaarheid sterk verschillen. We zien in de jaarlijkse VEM-wedstrijd, waarbij veehouders hun maïsanalyses delen, een spreiding van wel 15%. Als je alle LG-kuilen bij elkaar neemt en vergelijkt met de andere, blijkt dat deze gemiddeld 2% hoger scoren op NDF-verteerbaarheid.” Volgens Groot Koerkamp is dit het resultaat van meer dan twee decennia maïsrassenveredeling op de hoogste verteerbare opbrengst. Dat is wat anders dan alleen selecteren op opbrengst. Een beter benutbare plant leidt direct tot een hogere VEM: meer vezels worden in de pens afgebroken en omgezet in bruikbare energie. Het verschil met een matig verteerbaar ras kan inderdaad oplopen tot de genoemde halve liter extra melk per koe per dag. En het leidt ook nog eens tot een verlaagde methaanuitstoot.”

Meer weten over LG mais?

Even een dubbelcheck
of gewoon een vraag?

Neem contact op met jouw regionale specialist.