Onlangs nam ik deel aan een online bijeenkomst van European Dairy Farmers. Deze club van vooruitstrevende melkveehouders vergelijkt de gemiddelde kostprijs van melk in verschillende landen. Als je die cijfers naast elkaar ziet, schrik je toch wel: Nederland is zeker geen kostprijsleider, maar eerder een kostprijslijder.  

Ten opzichte van andere Europese landen hebben we één van de hoogste kostprijzen. Daar staat ook een relatief hoge melkprijs tegenover, maar de situatie is niet geruststellend. De kritieke melkopbrengst - wat u nodig heeft om de kosten te dekken - ligt op €36,30 per 100 kilogram. De gemiddelde melkprijs is ongeveer €36,00 waardoor net niet alle kosten betaald kunnen worden.

Achteruit boeren

Daarmee dreigen we achteruit te boeren en dat moeten we natuurlijk voorkomen. De hoge kostprijs is namelijk vooral het gevolg van de zware kapitaallasten in de Nederlandse melkveehouderij. Tot 2015 waren het vooral de investeringen in melkquota, vandaag de dag zijn daar de fosfaatrechten voor in de plaats gekomen naast de hoge grondprijzen. Die kapitaallasten lijken op dit moment misschien niet zo’n groot probleem door de extreem lage rente. Maar het laat wel zien hoe kwetsbaar de Nederlandse melkveehouderij is. Als de rente weer gaat stijgen, nemen de kosten bij veel melkveehouders met sprongen toe. Willen we dat risico inperken en onze kostprijs verlagen, dan zal het aandeel vreemd vermogen omlaag moeten. En dat lukt alleen als de exploitatie verbetert.

Grasteelt essentieel

Kan dat? Mijn antwoord is ja! Natuurlijk zijn er melkveehouders die hun zaakjes al perfect voor elkaar hebben. Maar uit onze cijfers blijkt ook dat er op veel bedrijven nog een wereld te winnen is. Zeker als we scherp kijken naar een van de belangrijkste indicatoren: het voersaldo, de melkopbrengsten minus de totale voerkosten. Vooral in de kosten van de eigen ruwvoerwinning zijn de verschillen tussen bedrijven enorm. De beste ruwvoertelers geven 150 euro per hectare uit voor eigen ruwvoer, de slechtste komen uit op 400 euro per hectare. Met name de grasteelt is hier essentieel, omdat goed gras en een goede benutting ervan niet alleen veel melk oplevert, maar ook bijdraagt aan lagere kosten voor aankoop van krachtvoer. Meer aandacht voor de bodem, de teelt, de winning en de wijze van vervoedering kan het voersaldo verhogen en de financiële weerbaarheid vergroten.

Mijn advies: verdiep u in de bodem en het gras, verbeter uw saldo en blijf boer.

Door Hans de Bie, Alfa Accountants & Adviseurs