Nu de eerste percelen groenbemesters weer worden ingewerkt, is een goed moment om te beoordelen hoe deze heeft gepresteerd. Onze tip: kijk niet alleen boven, maar zeker ook onder de grond! De mate van beworteling is namelijk een zeer belangrijk aspect van een groenbemesterteelt.

In de eerste plaats is een intensieve en gevarieerde beworteling heilzaam voor de bodemstructuur. Wortels van groenbemesters brengen lucht in de bodem en zijn in staat storende lagen te doorbreken. Daarnaast draagt de wortelontwikkeling sterk bij aan de toevoer van organische stof: ze verteren langzamer dan de bovengrondse plantdelen, voeden het bodemleven langduriger en leveren zo extra veel effectieve organische stof.

Ook veel beworteling bij latere zaai

Groenbemesters met een matige bovengrondse ontwikkeling kunnen toch een fors wortelstelsel hebben. Recent onderzoek van WUR liet zien dat de ondergrondse ontwikkeling van bladrammenas en gele mosterd bij later zaaien nauwelijks afneemt. Latere zaai (in september) kan dus nog heel nuttig zijn.

Wortelprofielen

Tussen de verschillende groenbemestergewassen verschilt de beworteling behoorlijk. Kampioen in bewortelingsdiepte is bladrammenas. Bovenin de grond groeit een dikke penwortel, die veel ruimte creëert en oppervlakkige verdichting openbreekt. De fijne haarwortels gaan wel tot 2 meter de grond in. Hierdoor legt bladrammenas ook uit de diepere lagen veel mineralen vast, die ten goede komen aan de hoofdteelt.

Bij de groenbemestermengsels Nemaredux en Orgamax zorgen de diverse componenten voor een complete beworteling van de bouwvoor én diepere lagen.