Na de maisoogst kan de bodem wel een oppepper gebruiken. Mais verbruikt de nodige organische stof aan de bodem die, zeker bij continuteelt van mais, aangevuld moet worden door een vanggewas. Japanse haver is daar na een vroege maisoogst zeer geschikt voor.

Sinds 2015 is de groenbemester Japanse haver toegevoegd aan de lijst vanggewassen na mais van RVO. Japanse haver is een veel toegepaste groenbemester in de akkerbouw en bollenteelt. Het gewas ontwikkelt enorm snel, is weinig stressgevoelig en levert veel effectieve organische stof.

De teelt van snijmais onttrekt 2500 tot 3000 kg organische stof per jaar aan de bodem, gemiddeld 1000 kg méér dan er aangevoerd wordt met bemesting en de maisstoppel. De teelt van een vanggewas dat veel biomassa produceert is daarom noodzakelijk om de bodem in conditie te houden.

Een geslaagde teelt van Silke Japanse haver levert al snel 1500 kg effectieve organische stof. Het gewas ontwikkelt zeer snel en bewortelt diep en intensief, voor een mooie bodemstructuur in het voorjaar. Bij matige vorst sterft het gewas af, doodspuiten is dan niet nodig. Silke wordt in Nederland vermeerderd en voldoet aan de NAK-normen. Hiermee is Silke ook gegarandeerd vrij van wilde haver.