Het aandeel maïs in melkveerantsoenen staat onder druk. Dat is zonde, want snijmaïs is waardevol in de voeding van melkkoeien, vindt onderzoeker Jan Dijkstra. Energie uit maïs is cruciaal voor een efficiënte productie van melkeiwit uit stikstof. Bovendien helpt maïs voeren de uitstoot van het broeikasgas methaan te beperken.

Melkveehouders die gebruik maken van de derogatieregeling moeten een groot aandeel van hun grond gebruiken als blijvend grasland. Dat heeft gevolgen voor de hoeveelheid snijmaïs die Nederlandse koeien krijgen. Volgens universitair hoofddocent diervoeding Jan Dijkstra van Wageningen UR is het aandeel in het rantsoen in de afgelopen jaren gedaald van meer dan 25 naar minder dan 20 procent. Voor een efficiënte voerbenutting is dat een slechte ontwikkeling.

“Een koe heeft energie nodig om de stikstof uit het gras om te zetten in melkeiwit. Het zetmeel in de maïs is een goede aanvulling op het stikstofrijk gras. Uit het oogpunt van voerkosten is het interessant om met goede maïs in het rantsoen op krachtvoeders te kunnen besparen.”

Pensbeschikbaar of darmbeschikbaar

De energie van maïs komt voor een groot deel uit zetmeel. Voor de voeding van herkauwers wordt onderscheid gemaakt tussen onbestendig en bestendig zetmeel. De eerste variant wordt verteerd in de pens en levert pensbeschikbare energie in de vorm van vluchtige vetzuren (waaronder propionzuur). De tweede vorm passeert de pens ongeschonden en wordt grotendeels afgebroken in de dunne darm en levert daar darmbeschikbare energie in de vorm van glucose.

Beide energiebronnen zijn goed, de optimale zetmeelsamenstelling van de maïs hangt samen met de rest van het rantsoen. Grasrijke rantsoenen kunnen veel pensbeschikbare energie gebruiken voor het benutten van de stikstof, zegt Dijkstra.”In een rantsoen met veel gras, met een hoge oeb (onbestendig eiwit balans), is veel energie nodig op pensniveau, zodat de pensmicroben de stikstof uit het gras kunnen omzetten in eiwit.” Maïs past dus bij een bedrijfsvoering die veel voederwaarde van eigen grond benut.

Bestendig zetmeel

Naarmate het aandeel gras of onbestendig eiwit in de voeding van het vee lager wordt, wordt ook de noodzaak van onbestendig zetmeel kleiner. Teveel energie op pensniveau veroorzaakt pensverzuring. Naarmate het aandeel maïs stijgt, mag het zetmeel bestendiger zijn.

Methaan

Dijkstra hoopt dat de melkveehouderij nog lang kan profiteren van maïs als zetmeelrijk ruwvoer. Wat hem betreft past maïsteelt in een duurzame melkveehouderij. “De teelt staat onder druk om milieuredenen. Uitspoeling van nitraat is een issue en in maïsland wordt weinig of geen organische stof opgebouwd. Die nadelen zijn echter grotendeels op te lossen met teeltmaatregelen. Het zou dus jammer zijn om maïs met deze argumenten af te schrijven.”

De Wageningense wetenschapper ziet de milieuvoordelen. “In de voeding levert maïs de energie die koeien nodig hebben voor een efficiënte stikstofbenutting. Bovendien remt het zetmeel de vorming van methaan in pens. Dat is een belangrijk pluspunt, want het terugdringen van broeikasgassen zoals methaan wordt de volgende grote uitdaging.”

STARPLUS-rassen voor extra veel onbestendig zetmeel

Bij het kiezen van het ras snijmaïs staat een veehouder voor verschillende afwegingen. De gewenste eigenschappen van de maïs in het rantsoen zijn daarin belangrijk. Om de keuze gemakkelijker te maken introduceert LG een nieuw label binnen het assortiment LG Animal Nutrition. De maïsrassen met een zeer hoog aandeel onbestendig zetmeel krijgen het STARPLUS-label:

Bekijk de aanbevolen maisrassen voor komend seizoen >>