Regelmatig het grasland vernieuwen loont, constateert Martin Koekoek in Kerkenveld. De melkveehouder oogstte ondanks de droge zomer in 2022 gemiddeld 12,3 ton droge stof per hectare.

Met een opbrengst van 12,3 ton droge stof per hectare zit Martin Koekoek (38) in Kerkenveld ruim boven het landelijk gemiddelde. Nederlandse melkveehouders halen gemiddeld een opbrengst van 10,8 ton droge stof. Volgens Wageningen UR laten ze daarmee flink gras liggen. Het instituut denkt dat een gemiddelde opbrengst van 14,3 ton haalbaar is, 25% meer dan nu praktijk is.

Van deze Yield Gap van 3,5 ton – zo noemen ze het verschil tussen potentiële en daadwerkelijke opbrengst – is 1,5 ton te wijten aan lagere stikstofbemesting vanwege de ingestelde wettelijke gebruiksnormen. Er resteert dan een gat van 2 ton waar geen eenduidige verklaring voor is. Onnauwkeurigheden in tijdstip of methode van bemesting, tekorten aan andere meststoffen dan stikstof, achteruitgang van de botanische samenstelling, bodemverdichting, overmatige beweidingsverliezen, het kan volgens Wageningen UR allemaal een rol spelen.

Uit derogatie, meer focus

Terug naar melkveehouder Martin Koekoek. Hij melkt in maatschap met broer Hans (36) en hun ouders Jan en Hannie 220 koeien op veen- en zandgrond. Het bedrijf telt 65 hectare grasland en 40 hectare maisland. Tel de bovengenoemde 1,5 ton verlies door lagere stikstofbemesting in de Yield Gap nu eens op bij 12,3 ton aan grasopbrengst. ‘Dan kom je met 13,8 ton droge stof-opbrengst per hectare al dicht bij het potentieel haalbare Nederlandse gemiddelde van 14,3 ton. En dat is in een droog jaar, niet slecht‘, constateert Arie de Groot van Limagrain.

De Groot denkt dat het scheelt dat het bedrijf geen beweidingsverliezen heeft. ‘Alle gras gaat in de kuil’, bevestigt Hans Koekoek. ‘En sinds we vijf jaar geleden vanwege een overvloed aan gras besloten uit de derogatie te stappen, focussen we meer op nauwkeurig bemesten van grasland, maar ook op botanische samenstelling en het gezond houden van de bodem’, vult Martin aan.

Droogte punt van zorg

De familie Koekoek behoort doorgaans niet bij de eerste maaiers. De opbrengst van de eerste snede zit eerder rond de 4 ton droge stof dan op 3,5. ‘Dat korte jonge gras jaagt te snel door de koeien, is onze ervaring.’ Elke vijf weken maaien is het streven, maar dat lukt niet altijd. Hun doel is zo veel mogelijk ruwvoer van eigen land halen en zo weinig mogelijk voer aankopen, vandaar ook de keus voor meer mais. Punt van zorg zijn de droge zomers, die zich vaker aandienen. Volgens Arie de Groot is regelmatige graslandvernieuwing een goed wapen daartegen. ‘Ook omdat onze Havera mengsels jaarlijks ververst worden met de nieuwste rassen van de Rassenlijst.’

De vloeibare kunstmest – steviger gras en mooiere verdeling -  gaat vóór de eerste snede in twee etappes over het gras. ‘Zeker in combinatie met de Headstart Advance-coating van biostimulatoren, organische sporenelementen en fosfaat op de LG Havera-grasmengsels heb je het gras dan snel aan de gang’, stelt Martin. Eens in de vier à vijf jaar vernieuwen de broers hun grasland. Ze zijn ervan overtuigd dat dit een belangrijke factor is in hun goede droge stof-opbrengst.

De omstandigheden om de grasmat regelmatig te vernieuwen zijn er ook naar. De broers werken samen met een akkerbouwer, waardoor het grasland roteert in een bouwplan met aardappelen, mais en graan. Bovendien doen ze alle landwerk zelf, tot en met het inzaaien van nieuw grasland aan toe. ‘Dan ligt de drempel voor regelmatige vernieuwing ook lager’, zegt Hans. Vorig jaar zaaiden ze 28 hectare nieuw grasland in met het hoogproductieve Havera 1, op advies van Filip Muller van WPA Robertus, de graszaadleverancier van het bedrijf.

Bron: Veeteelt GRAS

 

Bij de foto:

Melkveehouder Martin Koekoek en Arie de Groot van Limagrain constateren dat de grasmat in Kerkenveld er goed bij ligt voor het nieuwe seizoen: