De teelt van eiwitgewassen kan binnen de EU op steeds grotere belangstelling rekenen. Het verbouwen van veldbonen valt in Nederland binnen de vergroeningseisen van het GLB als ecologisch aandachtsgebied. De Tundra winterveldboon is in 2015 vanuit het Britse kweekprogramma van Limagrain in Nederland geïntroduceerd en de hoeveelheid zaaizaadbestellingen stijgt ieder jaar.

Het areaal eiwithoudende gewassen, waaronder dat van de veldboon, blijft groeien. In tien jaar tijd is het totale areaal van eiwitgewassen gestegen van 5642 hectare tot 9124 hectare, een stijging van 61,7%. Dat heeft onder andere te maken met het advies van de Commissie Grondgebondenheid om in 2025 minstens 65% eiwit van eigen land te halen.

Afbeelding: De areaalgroei van eiwithoudende gewassen in Nederland (Bron: CBS, 2019).

Lokale teelt: eiwit van eigen land

Zowel voor de Nederlandse melkveehouder, pluimveehouder als akkerbouwer biedt de teelt van (winter)veldbonen veel voordelen. Voor de melkveehouder ligt de kracht van het product in de productie van evenwichtig krachtvoer met eiwit én zetmeel, waar de akkerbouwer een gewas ziet met zeer intensieve beworteling en een mooie stoppel, dat een goede N-levering nalaat aan de volgteelt. Het is voor beide ook interessant om een samenwerkingsverband aan te gaan. De veldboon past als vlinderbloemige goed in een akkerbouwrotatie en de opbrengstpotentie van de Tundra winterveldboon is met 5 tot ruim 8 ton bonen per hectare de moeite waard.

Ervaringen teelt winterveldbonen

De afgelopen jaren hoorden we volop ervaringen van veehouders, akkerbouwers en pluimveehouders. Zo wordt een hoger melkeiwit gehaald met veldbonen en is de toevoeging van bonen aan rantsoenen direct meetbaar. Voor de akkerbouwer is de veldboon een geweldige aanwinst in het bouwplan en een pluimveehouder vertelt dat ‘hogere eigewichten bijdragen aan een beter rendement van legkippen’.

Meer weten over veldbonen? Vraag hier de whitepaper aan >>