Mengsels van groenbemesters zorgen voor een extra hoge slagingskans, kunnen extra organische stof produceren en verhogen de biodiversiteit. Tot zover de feiten. Helaas worden er ook vele eigenschappen aan vergroeningsmengsels toegedicht zonder degelijke onderbouwing. Wat we wel weten: mengsels en aaltjes zijn een gevaarlijke combinatie.

Opbrengst- en kwaliteitsverlies door schadelijke aaltjes ligt op veel gronden op de loer. Teelt van een groenbemester die een probleemaaltje in een perceel sterk vermeerdert kan dan ook tot grote problemen leiden. Dat geldt ook voor groenbemestermengsels, zelfs als die maar één verkeerde component bevatten, zo blijkt uit meerdere onderzoeken:

Afbeelding: Verloop besmetting P. penetrans bij verschillende scenario's (links); Sterke vermeerdering van P. penetrans op mais, ook in mengteelt met de sterk penetrans-reducerende tagetes en Japanse haver (rechts) (Bron: WUR)

Ook wanneer er een heel laag aandeel suikerbieten bij resistente bladrammenas gemengd wordt is er een flinke vermeerdering van bietencysteaaltjes. Schadelijke aaltjes weten altijd de weg naar hun waardplanten te vinden.

Afbeelding: Klein aandeel soorten kan grote gevolgen op vermeerdering hebben (Bron: IRS)

Uit onafhankelijke onderzoeken blijkt duidelijk dat de stimulering van het goede bodemleven in groenbemestermengsels niet opweegt tegen de vermeerdering van schadelijke aaltjes. Kies dus bij (mogelijke) aaltjesproblemen altijd voor bewezen resistente groenbemesters:

  • CYSTEAALTJES (bieten-, aardappel-, peen- en erwtencysten)
    Alle grondsoorten, veroorzaken opbrengst- en kwaliteitsderving. VERMEERDERING DOOR: klaver, wikken, tillage rammenas, Ethiopische mosterd en bruine mosterd. VEILIGE KEUZE: resistente bladrammenas (DOUBLET, FINAL, TERRANOVA, NEMAREDUX) of resistente gele mosterd (SALOON).
  • WORTELKNOBBELAALTJES (Meloidogyne chitwoodi, fallax, hapla, naasi)
    Lichtere gronden, schade in vrijwel alle teelten, chitwoodi en fallax zijn quarantaine organismen in vermeerderingsmateriaal. VERMEERDERING DOOR: gele, bruine en Ethiopische mosterd, klaver, wikken, Japanse haver. VEILIGE KEUZE: resistente bladrammenas (DOUBLET, TERRANOVA, NEMAREDUX)
  • WORTELLESIEAALTJES (Pratylenchus penetrans)
    Lichte gronden, schade in aardappel, ui, maïs, peen, erwt, boon, bloembollen). VERMEERDERING DOOR: bladrammenas, mosterd, grassen, facelia, witte klaver, rogge. VEILIGE KEUZE: Japanse haver (SILKE) of tagetes.
  • STENGELAALTJES
    Alle grondsoorten, schade in o.a. aardappel, ui, suikerbiet, maïs, tulp en groenten. VERMEERDERING DOOR: gele, bruine en Ethiopische mosterd, klaver, wikken, luzerne, niger. VEILIGE KEUZE: Italiaans en Engels raaigras.