Chitwoodi rukt op, viel deze winter te lezen in de vakbladen. Het aantal percelen pootaardappelen dat verplicht wordt onderzocht op de aanwezigheid van Meloidogyne chitwoodi en M. fallax is in vier jaar verdubbeld. Deze maïswortelknobbelaaltjes veroorzaken opbrengstderving én kwaliteitsverlies in onder meer aardappelen, peen, suikerbieten en bolgewassen. Groenbemesters spelen een grote rol in de beheersing van het probleem.

 

M. chitwoodi heeft daarbij een quarantainestatus: vermeerderingsmateriaal moet vrij zijn van dit aaltje. De financiële impact van een besmetting kan dus enorm zijn. Peter Berghuis, akkerbouwer en voorzitter van de LTO-werkgroep pootaardappelen, maakt zich daarom sterk voor de beheersing van chitwoodi.

 

Nog niet onder controle

“Chitwoodi is een ernstige zaak. De toename van het aantal besmettingen is een zorgwekkende ontwikkeling voor de pootgoedsector. We krijgen steeds meer cirkels dus we hebben het nog niet onder controle. Uitroeien van chitwoodi gaat ook niet lukken, maar beheersbaar houden wel.”

 

Bouwplan en groenbemesting

“Het probleem beheersen doe je met de juiste bouwplanaanpassingen. Dus door voorafgaand aan de aardappelteelt geen gewassen te telen die chitwoodi vermeerderen. En nu op de meeste bedrijven volop groenbemesters geteeld worden, spelen deze ook een grote rol in de beheersing van chitwoodi.”

 

Resistente bladrammenas

“In ons bouwplan met poot- en consumptieaardappelen, suikerbieten, uien en graan zaaien we steevast resistente bladrammenas. Daarmee houden we mogelijk aanwezige maïswortelknobbelaaltjes onder controle en de grond gezond om kwalitatief hoogwaardig pootgoed te kunnen blijven telen.”