JavaScript lijkt te zijn uitgeschakeld in uw browser. Voor de beste gebruikerservaring, zorg ervoor dat javascript ingeschakeld is voor uw browser.
Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie. Cookies toestaan
Vanaf 1 januari 2019 is het verplicht om na snijmaisteelt op zand- en lössgronden een vanggewas te zaaien. Het doel hiervan is het verder verminderen van de uitspoeling van stikstof in de herfst en de winter. Er zijn verschillende opties om tegemoet te komen aan deze nieuwe regelgeving; elk met hun eigen voor- en nadelen.
Om goed te groeien, heeft een gewas meststoffen nodig, zoals fosfaat en nitraat. Deze stoffen zitten in kunstmest en dierlijke mest. Nitraat en fosfaat dat door het gewas niet wordt benut, verdwijnt in de bodem en het water. De hoeveelheid mest die op het land gebracht mag worden, is afhankelijk van de teelt. De maïsteelt staat al jaren in de schijnwerpers, omdat wordt verondersteld dat deze teelt mede veroorzaker is van een verhoogde uitspoeling van nitraat en daarmee op het extra belasten van het milieu. De cijfers uit onderzoek onderschrijven deze theorie echter niet. Door veredeling leveren de moderne maïsrassen een hogere opbrengst met en betere kwaliteit bij een lagere bemesting. Door de EU wordt nu toch ingezet op de vermindering van de uitspoeling van stikstof. Daarom moet bij het nieuwe beleid een vanggewas ingezaaid worden. Het vanggewas zorgt er na de maïsoogst voor, dat de aanwezige stikstof in de bodem wordt vastgehouden.
Met het nieuwe beleid is het inzaaien van een vanggewas verplicht. Wat zijn je opties als het gaat over de inzaai van het vanggewas? En wat zijn de voor- en nadelen van je keuze?
1. Gelijkzaai: het vanggewas gelijktijdig met de maïs zaaien Tegelijk met het inzaaien van de maïs wordt ook het vanggewas ingezaaid. Dit bespaart een extra werkgang, maar brengt ook risico’s met zich mee. Zo is het bij gelijkzaai niet mogelijk om bodemherbiciden te gebruiken. Het vanggewas kan concurreren met de groei van de maïsplanten en dat kan leiden tot opbrengstverlies.
2. Onderzaai: gewas onderzaaien bij het 5-6 blad stadium Het vanggewas wordt ingezaaid tussen de maïsplanten als deze het 5-6 blad stadium bereikt hebben en ongeveer op kniehoogte staan. Op het juiste moment zaaien van het vanggewas is van groot belang, want het gewas moet genoeg licht hebben om te groeien. Over de voordelen van onderzaai lees je hier meer.
3. Nazaai: direct na het oogsten van de maïs voor 1 oktober een vanggewas inzaaien Kies voor een zeer vroeg maïsras, zoals de LG 31.205. Zo ben je verzekerd van voldoende droge stof en zetmeel in september en kan de maïs voor 1 oktober van het land zijn. Je bent dan verplicht om voor 1 oktober een vanggewas in te zaaien.
4. Nazaai: zaaien van specifieke gewassen met hoge stikstofopname als hoofdteelt na het oogsten van de maïs Voor 1 oktober moet de maïs van het land zijn en moet een vanggewas gezaaid worden uit de lijst met vastgestelde gewassen, die geschikt zijn als hoofdteelt. Je hebt dan de keuze tussen triticale, wintergerst, winterrogge, wintertarwe en spelt.
Afbeelding 1: Bovengrondse- en ondergrondse biomassa van 8 verschillende groenbemesters (Bron: Grondig Boeren met Mais Brabant, onderzaaidemonstratie 2018)
Voor alle opties geldt: na het oogsten van de maïs mag het perceel niet meer bemest worden. Rijden van mest is pas weer toegestaan in de uitrijdperiodes van het volgende kalenderjaar. Het vanggewas mag niet vernietigd worden voor 1 februari van het volgende kalenderjaar.
✔ De voordelen van onderzaai ✔ De nadelen van onderzaai ✔ Insecten als plaag in de maïsteelt ✔ Waarom kiezen voor LG onderzaai? ✔ Onderzaai? Bekijk hier onze teeltaanwijzingen
Laden...